interviews


2012-05 Gonzo

Ogenverpletterende trance

Black metal teruggebracht tot de meest basale, kale essentie. Krautrock opgeblazen tot duivelse proporties. Drie stugge Fransen maken vervaarlijke, tranceopwekkende beukmuziek.
Het geluid dat de Franse band Aluk Todolo sinds 2006 de wereld in stuurt, is van een enorme, uitgeklede intensiteit. Hard, bot en op het eerste oog totaal zonder structuur of boodschap. Met ritmes die schatplichtig zijn aan Can, Circle, This Heat en Swans, gekoppeld aan een klankkleur die rechtstreeks uit de black metal komt – het genre waar de wortels van de drie bandleden liggen.
Aluk Todolo verrees uit de as van de Franse black-metalbands Diamatregon, Sentinel en Blacklodge, en uit de noise/impro-collectieven The Melting Sultans en Obscure. Maar al jaren voordat de bandleden elkaar vonden, hadden ze het geluid voor Aluk Todolo in hun hoofd. Met deze band zetten ze een stap voorbij de black metal – of misschien eerder een stap terug? Het monolithische en hypnotische van het genre is nog altijd in hun geluid terug te vinden, maar de structuur, de harmonie en de teksten hebben ze allemaal losgelaten. Wat overblijft is ritme, groove en een groot disharmonisch blok geluid. Wie zich overgeeft aan het machtige klankveld, verdwijnt langzaam in een trance van welhaast religieuze proporties.

Tekenen met één hand
Zoals ook iedere religieuze of politieke beweging, kent Aluk Todolo het belang van beeldvorming. Hun twee albums, single, ep, live-cassette en samenwerkingsproject met Der Blutharsch volgen daarom allemaal eenzelfde sobere metalesthetiek: donker, zwart-wit, mysterieus, met duistere symbolen. En alsof ze een mediatraining hebben gehad, beseffen de heren dat voor een goede beeldvorming niets zo belangrijk is als eenduidigheid. Dus spreekt Aluk Todolo in interviews principieel uit één mond. Interviews doen ze alleen per e-mail, met een lange voorbereidingstijd, zodat ze rustig onderling kunnen besluiten wat hun antwoord is. Pas na kalm beraad komt dan hun visie de wereld in. En als het lukt om die visie in drie woorden te vatten, gebruiken ze er geen vier.
De eenduidige esthetiek is een bewuste keuze: “We zouden willen dat al onze muziek zich kon beperken tot één principe, één geluid. Tekenen met één hand, dat is de werkwijze die ons voor ogen staat.” Voor alle andere muzikale ideeën die de bandleden hebben, houden ze er dan ook andere projecten op na. Drummer Antoine Hadjioannu en bassist Matthieu Canaguier spelen bijvoorbeeld beiden in Gunslingers, een postpunk-band met zang en een garage-feel.

Krautrock is geen genre
De eenduidige esthetiek roept misschien herinneringen op aan het soms wat sektarische en eenkennige karakter van de black metal-scene, maar daar lijkt Aluk Todolo zich niet zo veel van aan te trekken. “We houden van muziek vanwege de muziek, niet vanwege genres. Metal was een startpunt voor ons, de reden dat we onze instrumenten in eerste instantie hebben opgepakt en geleerd hebben te spelen. Maar we zijn verder gegaan met onze instrumenten om alle andere mogelijkheden die ze boden.”
Inspiratie voor die andere mogelijkheden vonden ze deels bij Can, waar een deel van de band erg van houdt, en waar een ander deel niet veel mee op heeft – een zeldzame blijk van meningsverschil binnen het collectief. Maar probeer in ieder geval niet om op die eventuele interesse dan ook weer een etiketje te plakken: “Krautrock is geen genre.”
Gevraagd naar geestverwanten noemen ze alleen het Amerikaanse instrumentale powertrio The Psychich Paramount, dat een ingenieuze mix maakt van noiserock, free jazz, krautrock en metal. De vrije structuren en de onduidelijke mix tussen geïmproviseerd en gecomponeerd zijn duidelijke overeenkomsten, maar zeker ook de bezetting: bas, drum, gitaar. “We houden niet zo van grote bands met veel mensen erin”, zegt Aluk Todolo. “We houden meer van een klein, intiem geluid.” ‘Klein en intiem’ moeten we dan waarschijnlijk uitleggen als ‘snoeihard en gigantisch, maar efficiënt opgebouwd met beperkte middelen’.

De weg van de voorvaderen
Hoewel ze er weinig over kwijt willen, duiken in hun werk voortdurend sporen van religie, spiritualiteit en occultisme op. Zo is de naam Aluk Todolo afgeleid van een vrijwel uitgestorven religie die werd beleden door de Toradja, een volk dat leeft in de bergrijke regionen van Zuid-Sulawesi in Indonesië. Aluk To Dolo, oftewel de ‘weg van de voorvaderen’, was een polytheïsche religie, gebaseerd op de mythe dat de voorvaderen van de Toradja naar de aarde afdaalden via trappen, die daarna door de Toradja werden gebruikt als manier om te communiceren met de schepper van de aarde, Puang Matua. De religie wordt beleden middels diverse rituelen waarin muziek en dans een grote rol spelen.
Een andere inspiratiebron vindt de band in de occulte Engelse schrijver-dichter Aleister Crowley, waarvan een stemsample klinkt aan het eind van de A-kant van hun debuut-single. Crowley zag zichzelf als een profeet die als taak had om de mensheid naar een nieuw tijdperk te leiden. Crowley was ook betrokken bij de Hermetic Order of the Golden Dawn, een vroeg-twintigste-eeuwse orde die van grote invloed is geweest op het westerse occultisme, en die verder onder andere W.B. Yeats onder haar leden had. Het logo van de band is een teken uit het Enochiaanse alfabet, een alfabet geconstrueerd door (of, volgens de legende, geopenbaard door engelen aan) de 16e-eeuwse Engelse wetenschappers-filosofen John Dee en Edward Kelley, die ondermeer alchemie, wichelarij en hermetische filosofie bestudeerden.

Hermetisme is geen gimmick
Gevraagd naar hun interesse in die materie, houdt Aluk Todolo helaas de boot nogal af. “Het is geen interesse. Alle muziek heeft religieuze en spirituele aspecten. Als het dat niet heeft, is het geen muziek, maar rotzooi.” In een wonderlijk oud interview met Pitchfork verliest bandlid Hadjioannou zich nog in deze bekentenis over het hermetische gehalte van hun werk (de typografie is van Hadjioannou): “Descension (hun debuut-lp, bvv) vertelt geen verhaal… De sleutel: er is geen slot, dus de Sleutel is zinloos. HERMETISME is geen gimmick, het is een noodzakelijkheid, en alleen de informatie die wordt gegeven is noodzakelijk.” Het werk van Aluk Todolo is dan ook genieten voor iedereen die graag zoekt naar occulte tekens, en voor iedereen die het fantastisch vindt om weer een vrijmetselaarssymbool te hebben gevonden in een mysterieus teken achter op een platenhoes.
De ware religieuze kracht van de band blijkt echter pas bij hun liveshow. Hun muziek wekt op de beste momenten een psychedelische trance op. De trage, simpele ritmes, verslavende baslijnen en gitaarmuren – te massief voor al je zintuigen – doen je langzaam de gehele omgeving vergeten en zetten al je gedachten stop, tot er weinig meer over is dan het moment, de massieve geluidsmuur en je lichaam dat bijna bezwijkt onder die muur. Een machtige ervaring, die niet altijd per se prettig is, maar wel zeer indrukwekkend.

Kale essentie
“We streven ernaar om het bewustzijn van onze luisteraar te veranderen, zoals ook hallucinogene drugs dat kunnen doen. Die ervaring kan soms eng zijn, maar dat is niet per se de bedoeling. Enge dingen zijn nu eenmaal een goede manier om je bewustzijn te veranderen. We zijn niet zozeer geïnteresseerd in emoties, maar in bewustzijnsniveaus. We proberen de luisteraar in een muzikale trance te krijgen die zijn ogen verplettert, zodat hij beter gaat zien.” Wie zich overgeeft aan de muziek van de heren, daalt af naar een staat waarin vooral het fysieke nog overeind blijft. Het is ook die kale essentie waar Aluk Todolo bewust naar op zoek is: “Er bestaat geen geest zonder het lichaam. Daarom hebben we ook geen teksten, en geen zanger.”
Geen inhoud, geen boodschap – in ieder geval niet aan de oppervlakte. Geen solo’s, geen songstructuren, geen vierde bandlid. Aluk Todolo brengt ons naar een plek waar dat alles weg valt, waar al onze overbodige ego’s, gedachtes, emoties en ambities van ons af vallen, en we weer alleen maar lichaam zijn. En dan? Wat er dan volgt, is aan ons.